Nieuwsbrief 2022-05
/sites/default/files/Nieuwsbrief%202022.05.pdf
Doorgeefschenking
Vroeger was er voor een erfgenaam geen enkele mogelijkheid om een deel van een ontvangen erfenis zelf te behouden en een deel door te geven aan de kleinkinderen van de overledene zonder dat die kleinkinderen hierop schenkbelasting moesten betalen. Door de erfenis te weigeren, kon die wel direct aan hen doorgegeven worden zonder extra schenkbelasting. De kinderen van de erfgenaam betalen dan natuurlijk op zich erfbelasting. En aangezien het tarief van de ‘zijlijn’ (minimum 45%) merkelijk hoger lag dan dat van de ‘rechte lijn’ (minimum 3%) was er niet bepaald sprake van een besparing. Maar vooral omdat dit enkel kon bereikt worden via een weigering van de erfenis (‘alles of niets’) was deze ‘erfenissprong’ weinig populair.
Sinds de hervorming van 01/09/2018 is ook daaraan wat veranderd. Zo kan een erfgenaam een deel van een ontvangen erfenis doorgeven aan de kinderen via een ‘doorgeefschenking’ (art. 2.8.6.0.9. Vlaamse Codex Fiscaliteit). Daarbij wordt het deel van de erfrechten dat door de erfgenaam betaald werd, afgetrokken van de schenkingsrechten die de kinderen zouden moeten betalen. Onder de huidige tarieven van erf- en schenkingsrechten betekent dat meestal een feitelijke vrijstelling van schenkingsrechten voor de kinderen. Volgens Vlaams parlementslid Katrien Schryvers werden er in 2021 al 1.013 van dergelijke schenkingsakten verleden voor de notaris.
Om de vrijstelling van schenkbelasting te verkrijgen, moet wel aan enkele voorwaarden voldaan worden:
- De erflater moet overleden zijn na 31 augustus 2018.
- De erfenis moet onderworpen zijn aan de Vlaamse erfbelasting en tegen het tarief in rechte lijn of tussen partners.
- De erfbelasting moet betaald zijn voordat de schenking kan plaatsvinden.
- Degene die de schenking ontvangt, moet een afstammeling zijn van diegene die de erfenis ontvangen heeft en de schenking moet gebeuren binnen het jaar na overlijden.
- De schenking kan zowel betrekking hebben op roerende als onroerende goederen.
- In het geval van onroerende goederen moeten het de onroerende goederen uit de erfenis zijn die geschonken worden (identiteitsvereiste).
- In het geval van roerende goederen hoeft dat niet maar mag de waarde van de geschonken roerende goederen niet hoger zijn dan de waarde van de roerende goederen uit de erfenis. Wanneer bijvoorbeeld de erfenis bestaat uit aandelen mag de schenking dus ook een fiets zijn.
- De schenking moet gebeuren via een notariële akte en de vrijstelling moet daarin uitdrukkelijk gevraagd worden.
- Aan de schenking mag geen opschortende voorwaarde of termijn gekoppeld zijn.
De vrijstelling van schenkbelasting kent dus twee limieten die de exacte berekening van de vrijstelling niet altijd makkelijk maken:
- De geschonken waarde mag niet hoger zijn dan de waarde waarop de erfbelasting is berekend.
- De vrijstelling van de schenkbelasting mag niet hoger zijn dan de geheven erfbelasting.
Een volledige behandeling van de erfbelasting valt buiten het opzet van onze nieuwsbrief maar we geven wel nog graag mee dat:
- via een spreiding van de erfenis over roerende en onroerende goederen optimaal gebruik gemaakt kan worden van de laagste tarieven;
- er onder bepaalde voorwaarden een verlaagd vast tarief van 3% kan toegepast worden als de erfenis bestaat uit een onderneming;
- het duolegaat werd afgeschaft en dus best snel uit het testament wordt gehaald.
Onze nieuwsbrieven geven een stand van zaken weer en zijn louter informatief. Deze informatie mag niet als juridisch of fiscaal advies of advies van om het even welke aard worden beschouwd. Behoedzaamheid is aangewezen bij de interpretatie en de toepassing van de verstrekte informatie, onder meer vanwege de frequente wijziging van de juridische en fiscale wetgeving in deze materie.