Nieuwsbrief 2020-01
/sites/default/files/nieuwsbrief%202020.01.pdf
Happy New Year
Nu het nog januari is en we misschien nog niet het genoegen hebben gehad om u dit persoonlijk toe te wensen
'Verjaring' voor inning van factuur
Na afloop van het jaar worden de openstaande klanten vaak eens nagekeken en daar komen soms onaangename verrassingen uit. Dan krijgt de boekhouder regelmatig de vraag: tot wanneer kan ik de betaling voor mijn factuur vragen?
In principe is daar tien jaar de tijd voor. Na zeven jaar wordt dat moeilijk omdat uw klant zijn facturen maar zeven jaar moet bewaren. Er is dan ook rechtspraak die oordeelt dat er daarna geen betaling meer gevraagd kan worden omdat uw klant het bewijsdocument al mocht weggooien.
Er zijn wel heel wat uitzonderingen:
- ‘dagdagelijkse’ aankopen: één jaar
- hotel- en restaurantfacturen: zes maanden
- gas, water, elektrciteit en telecom: één jaar
- gerechtsdeurwaarder: één jaar
- advocaten en deskundigen: vijf jaar
- dokters en ziekenhuizen: twee jaar
Zelfs als de factuur nog niet opgemaakt werd dan kan u dat nog doen. U riskeert enkel een boete en nalatigheidsintrest op BTW-vlak. En het wordt misschien best moeilijk om de prestatie te bewijzen waarvoor u de factuur stuurt.
Enkel een dagvaarding voor de rechtbank stopt de verjaringstermijn en een rappel dus niet. Maar dat lijkt ons niet echt een probleem aangezien deze termijn veel langer is dan de meesten vermoeden.
Bestuurdersaansprakelijkheid fiscale schulden
Het Hof van beroep van Antwerpen heeft op 23/04/2019 een uitspraak gedaan over een betwisting van de Belgische Staat tegen een zaakvoerder. De zaakvoerder werd hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor de achterstallige BTW en bedrijfsvoorheffing van een vennootschap die failliet was verklaard. De rechter gaf de Belgische Staat hierin gelijk. Er was sprake van herhaalde niet-betaling en de zaakvoerder, belast met de dagelijkse leiding van de onderneming, diende erop toe te zien dat de verschuldigde BTW en bedrijfsvoorheffing tijdig werd betaald. Omdat het vermoeden van fout niet weerlegd kan worden, strekt dit vermoeden zich ook uit tot de fout en het oorzakelijk verband tussen de fout en de niet betaling van de verschuldigde bedrijfsvoorheffing en BTW.
Bij een nakend faillissement is er vaak de neiging om belastingschulden te laten liggen en de gewone leveranciers te blijven betalen. Daarbij spelen zowel persoonlijke argumenten (opgebouwde relaties) als commerciële (geen leveringen meer wegens wanbetaling). Nochtans zou net het omgekeerde moeten gelden want anders wordt de ‘beperkte aansprakelijkheid’ ondergraven. En de beperkte aansprakelijkheid is meestal een belangrijke reden voor de oprichting van een vennootschap. Deze uitspraak van het Hof van beroep van Antwerpen bevestigt dat risico.
Daarom raden we zelfs zaakvoerders aan om een ‘verklaring tot onbeslagbaarheid van de gezinswoning’ te overwegen. Dit is een eenmalige verklaring die door de notaris moet opgemaakt worden. Hiermee wordt het privé-gedeelte van de gezinswoning beschermd in het geval u geconfronteerd wordt met een dergelijke hoofdelijke bestuurdersaansprakelijkheid.
Onze nieuwsbrieven geven een stand van zaken weer en zijn louter informatief. Deze informatie mag niet als juridisch of fiscaal advies of advies van om het even welke aard worden beschouwd.